Je schrijft een blog en zoekt online een bijpassende foto, je maakt een bedrijfswebsite en voegt een Google-afbeelding in, of je smukt je Facebook-pagina op met een kiekje gevonden op het web... Een foto kopiëren van het internet en ‘plakken’ op een eigen website, het gebeurt wel vaker. Maar is het ook effectief toegelaten?
Hoewel men zich er niet steeds van bewust is, kunnen afbeeldingen die online te vinden zijn niet altijd vrij gebruikt worden. Immers, fotografen genieten auteursrechten op de originele foto’s die ze maken. Een van die auteursrechten is het ‘recht tot mededeling aan het publiek’ van een werk. Dit houdt in dat alleen de fotograaf het recht heeft zijn foto aan het publiek mee te delen. Bijgevolg moet eenieder die een auteursrechtelijk beschermde afbeelding ‘meedeelt aan het publiek’ toestemming vragen aan de fotograaf. Belangrijk is dus te weten wanneer zo’n ‘mededeling aan het publiek’ nu juist plaatsvindt in een online context. Die vraag wordt hieronder geanalyseerd aan de hand van recente rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
In een arrest van 7 augustus 2018 (Land Nordrhein-Westfalen v. Renckhoff, C-161/17), boog het Hof van Justitie zich over een zaak waarin een Duitse leerlinge een foto van de stad Cordoba, die ze gevonden had op een Duitse reiswebsite, kopieerde en vervolgens plakte in een werkstuk dat ze uploadde naar de website van haar school, alwaar het voor medeleerlingen en leerkrachten, evenals andere internetgebruikers beschikbaar was. In het geding stelde zich de vraag of het (kopiëren en vervolgens) uploaden op de schoolwebsite van een foto, die vrij toegankelijk was op het internet en met toestemming van de fotograaf op de reiswebsite werd geplaatst, een ‘mededeling aan het publiek’ uitmaakt.
Om deze vraag te beantwoorden ging het Hof na
Vooreerst stelde het Hof dat het uploaden van de foto wel degelijk een mededelingshandeling is, gezien dit uploaden het mogelijk maakt om op de website van de school toegang te krijgen tot de foto. Verder meende het Hof dat er ook sprake is van een mededelingshandeling gericht aan een publiek, vermits de mededeling zich richt tot alle mogelijke gebruikers van de schoolwebsite en dit een onbepaald en vrij groot aantal personen is.
Omdat zowel de oorspronkelijke mededeling van de foto op de reiswebsite als de latere mededeling op de schoolwebsite volgens dezelfde technische wijze gebeurde, namelijk via het internet, onderzocht het Hof voorts of het ging om een mededeling aan een ‘nieuw’ publiek (3) dat de fotograaf niet had voorzien. Dit was volgens het Hof inderdaad het geval. De fotograaf wenste zijn foto enkel mee te delen aan de gebruikers van de reiswebsite, en geenszins aan de gebruikers van de schoolwebsite. Dat de fotograaf bij het plaatsen van zijn foto op de reiswebsite geen technische maatregelen (zoals een ‘paywall’ of ‘login’) nam opdat enkel gebruikers van de reiswebsite toegang zouden hebben tot de foto, is daarbij van geen belang, stelt het Hof. Dit in schril contrast met de rechtspraak van het Hof van Justitie inzake ‘hyperlinking’ en ‘framing’, waarbij het al dan niet nemen van technische maatregelen wel van belang is, zie daarover deze blogpost.
Kortom, het kopiëren en opnieuw uploaden van een foto die je zomaar vond op het web is niet toegestaan zonder toestemming van de fotograaf. Dit zélfs niet indien de fotograaf akkoord ging met de publicatie van de foto op de oorspronkelijke website. Beslist men toch een foto van het internet te plukken en te (her)publiceren zonder toestemming van de fotograaf, dan begaat men een inbreuk op de rechten van de auteur, die een schadevergoeding rechtvaardigt. Bovendien zal de rechter die de inbreuk vaststelt de inbreukpleger veroordelen tot het stopzetten van de publicatie.
Desalniettemin mag niet vergeten worden dat ook het recht tot mededeling aan het publiek van de fotograaf aan enkele limitatieve en restrictief te interpreteren uitzonderingen onderworpen is, waardoor er niet steeds sprake is van een inbreuk. Zo kan het (her)publiceren van een foto onder strikte voorwaarden wel toegelaten zijn wanneer deze mededeling aan het publiek bijvoorbeeld dient ter illustratie van onderwijs. Of deze uitzondering toepasselijk in bovenstaand geval, wordt door de feitenrechter beoordeeld.