Het Europees Parlement wil dat er een Europese robotwetgeving komt. De Europese Commissie heeft in principe als enige het recht van initiatief met betrekking tot Europese wetgeving, maar het Europees Parlement kan de Commissie verzoeken om met voorstellen te komen. Daarom vraagt Mady Delvaux van het Europees Parlement nu aan de Commissie om robots te reguleren – en harmoniseren – op Europese schaal.
Hoewel we bij robots misschien denken aan de futuristische mensachtige machines uit de film I, Robot uit 2004, geeft het Europees Parlement aan dat robots geen mensachtige machines zijn. Robots hebben geen gevoelens. Daarom is het volgens het Europees Parlement ook niet de bedoeling dat we emotioneel afhankelijk zijn van robots.
We hoeven het niet zo ver te zoeken, want bij een robot gaat het om elke fysieke machine, uitgerust met sensoren, en verbonden voor het verzamelen van gegevens. Dus drones of zelfrijdende auto’s zijn ook robots. De nieuwe generatie robots zal ook meer en meer zelflerend zijn. Dit betekent dat ze kunnen leren uit fouten en zichzelf kunnen verbeteren.
De term robot is dus ruim, maar de terminologie is soms verwarrend. Een robot wordt niet altijd een robot genoemd, want het Belgisch KB inzake het gebruik van drones spreekt bijvoorbeeld van een op afstand bestuurd luchtvaartuig (remotely piloted aircraft of afgekort RPA), terwijl het eigenlijk om een soort van vliegende robot gaat. Ook de dronewetgeving is vooralsnog niet Europees geharmoniseerd.
Het Europees Parlement vraagt nu om na te denken over een juridische kader voor robots. Het is vandaag de dag nog onduidelijk wie er bijvoorbeeld aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door de robot.
Omdat een robot op zichzelf handelt (of nalaat), stelt zich de vraag wie er aansprakelijk zal zijn als die robot schade veroorzaakt. We denken bijvoorbeeld aan deze situaties:
Volgens een recente studie over robots zijn er verschillende systemen mogelijk, want een robot heeft geen rechten en plichten. Dat betekent dat hij niet zelf aansprakelijk kan worden gesteld voor handelingen of nalatigheden waarmee hij schade veroorzaakt aan anderen. Er bestaat geen zogenaamde elektronische rechtspersoonlijkheid, maar het Europees Parlement vraagt wel om hierover na te denken.
Bijgevolg zullen de daden van een robot moeten worden toegerekend aan een fysieke natuurlijke persoon of een rechtspersoon. Bijvoorbeeld de fabrikant van de robot (onder productaansprakelijkheidswetgeving), of de eigenaar of gebruiker van die robot. Tot op vandaag is er nog geen kant-en-klaar antwoord op dit aansprakelijkheidsvraagstuk.
Een mogelijk aansprakelijkheidsregime volgens het Europees Parlement is risicoaansprakelijkheid of foutloze aansprakelijkheid (of strict liability). Een toepassing van dergelijk aansprakelijkheidsregime is de vergoedingsregeling voor de zwakke weggebruiker. Als dit aansprakelijkheidsregime wordt toegepast op robots, zou het volstaan dat de schade in oorzakelijk verband staat met de handelingen of nalatigheden van de robot, ongeacht of die een fout heeft begaan.
Dergelijk aansprakelijkheidsregime wordt vaak gekoppeld aan een verplichte verzekering. Het Europees Parlement vraagt om na te denken over een dergelijke verzekering voor bepaalde robots (zoals een verplichte autoverzekering), en een waarborgfonds voor het geval de verzekering niet zou tussenkomen.
Het aansprakelijkheidsregime zou ook proportioneel moeten zijn. Dat betekent dat het rekening zou moeten houden met de mate waarin instructies werden gegeven aan de robot en diens zelfstandigheid of zelflerende capaciteiten. Met andere woorden, hoe groter de zelfstandigheid van een robot, hoe kleiner de aansprakelijkheid van de fabrikant, eigenaar of gebruiker zou moeten zijn.
In bepaalde gevallen zullen robots ook persoonsgegevens verwerken, waardoor er discussie zou kunnen ontstaan over wie de verantwoordelijke voor die verwerking zal zijn. Met het oog op de inwerkingtreding van de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming (of General Data Protection Regulation, GDPR) dient de Europese wetgever ook rekening te houden met deze privacyvraagstukken.
Daarnaast zal onze maatschappij door de komst van allerhande soorten robots voor nieuwe uitdagingen staan, los van het feit dat de Europese Unie niet voor elke uitdaging een oplossing kan bieden.
Een voorbeeld is het sociale zekerheidssysteem. Vaak wordt geargumenteerd dat robots werkgelegenheid zullen creëren voor hoogopgeleiden, terwijl laaggeschoolden uit de boot zullen vallen. De vrees bestaat dat zij zullen vervangen worden door robots, maar dat is niet de bedoeling volgens het Europees Parlement.
Zo zullen we volgens het Europees Parlement ook moeten nadenken over fiscale maatregelen. Deze behoren tot de bevoegdheid van de lidstaten, want de Europese Unie heeft geen fiscale bevoegdheden. Een robot kan niet verplicht worden om belastingen te betalen, want een robot heeft zoals gezegd geen rechten, noch plichten. Volgens het Europees Parlement zouden lidstaten kunnen nadenken over het invoeren van een robotbelasting, bijvoorbeeld betaald door de fabrikant, eigenaar of de gebruiker ervan.
Meer informatie over privacy- of aansprakelijkheidsvragen met betrekking tot robots? Neem contact op met internationaal advocatenkantoor time.lex.