De voorgestelde Verordening inzake elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt (soms ook de eIDAS-Verordening genoemd - electronic IDentification and Authentication Services) werd op 28 augustus 2014 gepubliceerd als Verordening (EU) Nr 910/2014. Haar publicatie komt er na een lang finaliseringsproces.
Het merendeel van haar bepalingen zal van toepassing zijn vanaf 1 juli 2016. Vanaf dan zal de Verordering niet alleen de bestaande Richtlijn inzake elektronische handtekeningen 1999/93/EC intrekken, maar vervangt ze eveneens iedere strijdige nationale wet in Europa.
De Verordening brengt meerdere belangrijke veranderingen voor de toekomst en voert nieuwe regels in voor elektronische identificatie en bepaalde vertrouwensdiensten.
Op Europees niveau had de Richtlijn inzake elektronische handtekeningen al langer een wettelijk kader gecreëerd dat voornamelijk op het gebruik van elektronische handtekeningen van invloed was. De Richtlijn leidde tot een harmonisering van nationale wetten inzake elektronische handtekeningen in Europa.
Het toepassingsgebied van de Verordening eIDAS is echter veel ruimer.
De eerste grote verandering is dat de Verordening een wettelijk kader creëert voor de ondersteuning van een erkenning van eIDs gebruikt door de lidstaten (zoals de Belgische eID) doorheen de hele EU. De Verordening richt zich voornamelijk tot de openbare sector, aangezien ze van de lidstaten vereist dat deze het burgers van andere lidstaten mogelijk maken om hun eigen eIDs te gebruiken om toegang te verkrijgen tot online diensten. Aldus zou de Belgische eID in de toekomst mogelijk veel nuttiger kunnen worden, aangezien deze elektronische identiteitskaart het de Belgen mogelijk zou maken om toegang te verkrijgen tot buitenlandse e-government diensten.
Bedrijven in de privésector ondervinden geen rechtstreekse impact van de bepalingen inzake elektronische identificatie, aangezien zij niet verplicht worden om veranderingen aan te brengen in de eIDs die zij gebruiken of uitvaardigen. Evenmin moeten zij buitenlandse eIDs accepteren voor de diensten die zij aanbieden. Het is natuurlijk echter mogelijk dat zij er een voordeel in zien zich vrijwillig bij de Europese regelgeving aan te sluiten, om op die manier de aantrekkingskracht van hun diensten doorheen de hele EU nog te vergroten.
De tweede grote verandering is de invoering van regels voor nieuwe diensten: terwijl de Richtlijn inzake elektronische handtekeningen voornamelijk van invloed was op elektronische handtekeningen, verduidelijkt de eIDAS-Verordening de oude regelgeving niet alleen, maar introduceert ze eveneens een wettelijk kader voor andere types van vertrouwensdiensten, zoals elektronische zegels, time-stamping, diensten voor elektronisch aangetekende bezorging, en website authenticatie.
De idee die als een rode draad doorheen de Verordening loopt – zoals grotendeels ook het geval was in de vorige Richtlijn inzake elektronische handtekeningen – is dat aanbieders van vertrouwensdiensten niet verplicht worden om hun handelswijze sterk te veranderen. De Verordening biedt echter stimulansen om de Europese regelgeving te volgen via de toekenning van een sterkere rechtszekerheid aan vertrouwensdiensten die specifieke regels volgen die erop gericht zijn de betrouwbaarheid van de diensten te verbeteren. Op deze manier hoopt de Verordening juridische voorspelbaarheid af te wegen tegenover openheid voor innovatie.
Het is van belang op te merken dat het wetgevende werk nog steeds niet volledig is afgerond. Er is nog secundaire wetgeving vereist om belangrijke technische details op punt te stellen, zoals het te volgen proces om eIDs aan de Europese Commissie te melden, of het aanduiden van technische normen die voldoen aan de vereisten van de wetgeving. Dit onderdeel van de wetgevende procedure is nog steeds bezig en dit waarschijnlijk nog voor een tijdje.
De Verordening zal van toepassing zijn vanaf 1 juli 2016. Vanaf die datum zal de Verordening niet enkel rechtstreeks van toepassing zijn op de bedoelde diensten, maar vervangt zij eveneens automatisch iedere strijdige nationale regelgeving, met inbegrip van de nationale wetten inzake elektronische handtekeningen en time-stamping. In België bijvoorbeeld, zal de belangrijkste impact bestaan uit de automatische vervanging van het leeuwendeel van de Wet van 9 juli 2001 inzake elektronische handtekeningen.
Hans Graux licht nader toe:
De publicatie van de Verordening toont de weg die op EU-niveau zal worden gevolgd voor wat betreft elektronische vertrouwensdiensten en elektronische identificatie, en opent de weg naar nieuwe zakelijke kansen. time.lex kijkt ernaar uit om de Europese Commissie en haar andere cliënten verder bij te staan bij de voltooiing van dit cruciale moderniseringsproject.
Voor meer informatie over deze juridische ontwikkeling, neem contact op met een advocaat van advocatenkantoor time.lex.