Iets meer dan een jaar geleden, in september 2020, kondigde de Europese Commissie haar wetgevingspakket inzake digitale financiering aan. Het pakket bevat een voorstel voor een Markets in Crypto-Assets Regulation (MiCAR), die we eerder op deze blog hebben besproken. Nu is er ook een cross-over met een ander wetgevingspakket, namelijk dat ter herziening van de antiwitwaswetgeving van de EU. Hoewel sommige dienstverleners op het gebied van virtuele valuta - namelijk custodian wallet providers en exchanges - al onder de antiwitwaswetgeving vallen, zal dit toepassingsgebied de komende jaren waarschijnlijk worden uitgebreid.
Reeds in 2006 heeft de Europese wetgever een verordening aangenomen betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie over de betaler. In het algemeen verplichtte deze verordening personen die bepaalde elektronische overmakingen initiëren om identificatiegegevens te verstrekken - zoals naam, adres, rekeningnummer, en eventueel geboortedatum en -plaats, klantidentificatienummer of nationaal identificatienummer. Betalingsdienstaanbieders mogen in principe geen transacties uitvoeren zonder deze volledige identificatie.
In 2015 werd dit kader vervangen door een nieuwe verordening. Naast de betaler moet nu ook de begunstigde worden geïdentificeerd met naam en rekeningnummer. Behoudens uitzonderingen moeten betalingsdienstaanbieders verifiëren of deze identificatiegegevens zijn verstrekt voordat zij een betaling uitvoeren.
Sinds 2015 is dit nieuwe kader een paar keer gewijzigd, en de Europese Commissie is van mening dat een herschikking nodig is om verdere wijzigingen door te voeren en de duidelijkheid te bewaren. Als onderdeel van deze nieuwe wijzigingen verwijst de Europese Commissie naar de laatste aanbevelingen van de Financial Action Task Force (FATF), die verwijzen naar virtuele activa en dienstverleners op het gebied van virtuele activa. Momenteel is het kader alleen van toepassing op “fondsen” zoals gedefinieerd in PSD2, zijnde bankbiljetten en munten, giraal geld en elektronisch geld. Bijgevolg zijn er enkele wijzigingen nodig om dit kader ook op virtuele valuta's toe te passen.
De Europese Commissie heeft de voorgestelde herzieningen in juli 2021 gepubliceerd. Ten eerste zal de definitie van virtuele valuta's die in de huidige antiwitwaswetgeving wordt gebruikt, worden uitgebreid tot de definitie van crypto-activa zoals voorgesteld in het MiCAR-kader. De voorgestelde verordening zal dan van toepassing zijn op aanbieders van crypto-activa telkens wanneer hun transacties, in fiat of crypto-activa, een traditionele overmaking of een overmaking van crypto-activa waarbij een aanbieder van crypto-activa betrokken is, met zich meebrengen. Gezien het inherent internationale karakter ervan, moet elke overdracht van crypto-activa als een grensoverschrijdende transactie worden beschouwd. Er kan derhalve geen binnenlandse afwijking van toepassing zijn op de overdracht van crypto-activa.
Tenzij uitzonderingen van toepassing zijn, vereist elke overdracht van geld of crypto-activa derhalve identificatie van de betaler en de begunstigde. De verordening zal echter niet van toepassing zijn op overdrachten van crypto-activa van persoon naar persoon, d.w.z. tussen natuurlijke personen die als consument handelen voor andere doeleinden dan handel, bedrijf of beroep. Bijgevolg zal de identificatieplicht alleen gelden wanneer bij de overdracht dienstverleners van crypto-activa betrokken zijn.
Meer concreet moet de betaler of opdrachtgever zijn naam, rekeningnummer en adres, officieel persoonsdocumentnummer, klantidentificatienummer of geboortedatum en -plaats opgeven. De begunstigde moet zijn naam en rekeningnummer opgeven. Wanneer er geen rekeningnummers in het spel zijn, moeten de blockchainadresidentificatoren van de personen worden gebruikt. Vreemd genoeg wordt in het voorstel weliswaar een definitie van “wallet address” opgenomen, maar wordt die term nergens in de tekst gebruikt. Waarschijnlijk moet de blockchain-adresidentificator gewoon worden geïnterpreteerd als de wallet-adressen van de personen. De crypto-asset dienstverlener die bij de transactie betrokken is, moet deze informatie verifiëren alvorens de overdracht uit te voeren. Ontbrekende informatie moet worden aangevuld, of de transactie moet worden gemarkeerd als verdacht.
Op 30 november 2021 heeft de Europese Centrale Bank (ECB) haar advies over het voorstel uitgebracht. In haar advies benadrukt de ECB dat aangezien crypto-activa aan dezelfde risico's van witwassen en financiering van terrorisme kunnen worden onderworpen als fiat, zij aan dezelfde antiwitwasregels dienen te worden onderworpen. Dit zou moeten bijdragen aan het bereiken van een gelijk speelveld.
Meer specifiek wijst de ECB erop dat dient te worden verduidelijkt dat ook overdrachten tussen gehoste en niet-gehoste portemonnees onder de richtlijn vallen. Bovendien vindt de ECB dat de wetgever transacties in het oog moet houden waarbij geen dienstverleners van crypto-activa betrokken zijn - d.w.z. de transacties van persoon tot persoon die momenteel van het toepassingsgebied zijn uitgesloten - of die worden uitgevoerd via gedecentraliseerde beurzen (DEX), en dat indien nodig toekomstige uitbreiding van deze verordening kan worden overwogen.
Daarnaast vraagt de ECB duidelijker te maken dat digitale valuta's van centrale banken - zoals de ECB zelf aan het ontwikkelen is - niet onder het toepassingsgebied dienen te vallen. Tenslotte verzoekt zij elke verwijzing naar “fiatvaluta's” te vervangen door “officiële valuta's”, om explicieter te verwijzen naar de valuta's die in de EU als wettig betaalmiddel worden erkend.
Wat zal dit in de praktijk betekenen? Waarschijnlijk niet al te veel. De meest gangbare dienstverleners op het gebied van virtuele valuta of crypto-activa - de custodian wallet providers en de exchanges - zijn al onderworpen aan de antiwitwaswetgeving van de EU. Als gevolg daarvan zullen hun klanten deze identificatiegegevens al moeten verstrekken als onderdeel van het “know-your-customer”-proces van deze verplichte entiteiten. Dit rechtskader zal voor hen dus niet veel nieuwe verplichtingen inhouden.
Het is echter duidelijk dat het toepassingsgebied van de dienstverleners zal worden uitgebreid. De MiCAR reguleert reeds een hele lijst van dienstverleners op het gebied van crypto-activa, en het mag geen verrassing zijn dat die uiteindelijk ook aan de antiwitwaswetgeving zullen worden onderworpen. Intussen kunnen zij, zelfs wanneer zij nog niet aan de antiwitwaswetgeving zijn onderworpen, aan dit kader worden onderworpen - waardoor zij in wezen nu reeds een “know-your-customer”-verplichting krijgen opgelegd.
Heeft u vragen over crypto-activa of antiwitwaswetgeving? Neem dan contact op met Timelex.